4.1.2 Toepassen beslisboom piping

Uit beoordeling van de waterveiligheidsopgave is gebleken dat een groot deel van het traject, ongeveer 6 kilometer, niet voldoet aan de wettelijk vastgestelde norm voor het faalmechanisme piping. De wettelijke beoordeling van piping gebeurt op basis van een set landelijk geldende rekenregels. Technische experts en keringbeheerders hebben, op basis van lokale kennis over de ondergrond, gerede twijfel bij de uitkomsten en stellen dat voor een aanzienlijk deel van het traject het fysisch onwaarschijnlijk is dat dit mechanisme hier daadwerkelijk optreedt. Dit wordt gedaan op basis van 2 hypotheses: het is zeer onwaarschijnlijk dat piping op die locaties daadwerkelijk kan optreden door de aanwezigheid van een voldoende dikke deklaag binnendijks (hypothese 1) of door de aanwezigheid van een aaneengesloten deklaag van voldoende waterremmend materiaal in het voorland (hypothese 2). Het gaat hierbij om een vrijwel aaneengesloten traject van 3,5 kilometer (gestippelde blauwe lijn in Figuur 4‑1) waar hypothese 1 op toegepast kan worden. Voor dit traject is door het Algemeen Bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden besloten de versterking, op basis van de Beslisboom Piping (zie ook AB besluit), uit te stellen. Hiermee wordt voorkomen dat nu ingrijpende maatregelen genomen worden die later helemaal niet nodig blijken te zijn. Voor het toepassen van hypothese 2 is extra onderzoek nodig dat beschikbaar komt tijdens het opstellen van het Voorkeursalternatief, dus mogelijk vindt er nog meer uitstel plaats tijdens het uitwerken van het Voorkeursalternatief.

Toepassing van de Beslisboom Piping betekent uitstel van de versterking. Bij de volgende wettelijke beoordelingsronde, in 2035, wordt opnieuw bezien of de kering voldoet aan de norm. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de inzichten die nu en in de komende jaren worden opgedaan. Geadviseerd wordt om in ieder geval tot 2035 extra monitoring te doen, waarvoor een monitoringsplan wordt opgesteld tijdens het opstellen van het Voorkeursalternatief. Hierbij kan gedacht worden aan continue peilbuismetingen die het grondwatergedrag over langere tijd monitoren. Dit helpt inzicht te verkrijgen in het grondwatergedrag en daarmee een betrouwbaardere inschatting te krijgen van het risico op falen. Tijdens hoogwatersituaties, wanneer de calamiteitenorganisatie is opgeschaald en er inspecties op de kering plaatsvinden, kan voor de betreffende locaties extra inspectie-inspanning bijdragen aan het beheersen van het beperkte risico. Als in 2035 blijkt dat de kering toch niet voldoet aan de norm moet alsnog een versterking plaatsvinden om voor 2050 te voldoen aan de wettelijke normering.

Het toepassen van de Beslisboom Piping en daarmee uitstel van realisatie van benodigde dijkversterkingsmaatregelen, draagt bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, doordat de omvang van werkzaamheden en de daaruit volgende emissies kleiner worden.

Kaart waarop de pipingopgave langs het dijktraject Irenesluis – Culemborgse Veer weergeven is. Er is een onderscheid gemaakt tussen locaties met pipingopgave, met pipingopgave die mogelijk vervalt na extra onderzoek en pipingopgave die wordt uitgesteld omdat hier de beslisboom piping wordt toegepast.
Figuur 4‑1 Beoordeling piping incl. locaties waar de Beslisboom Piping wordt toegepast