5.1.4 Dijklandschap

In de effectbeoordeling valt op dat voor het beoordelingscriterium dijklandschap geen van de drie mogelijke oplossingen als positief zijn beoordeeld. In de drie technische oplossingen wordt het dijklandschap niet verbeterd op de vier subaspecten zoals benoemd in paragraaf 3.3 in de Nota Mogelijke Oplossingen, te weten:

  • Effect op ligging t.o.v. huidig dijktracé;

  • Effect op grootschaligheid en continuïteit dijktracé en aangrenzend landschap en ruimtegebruik;

  • Effect op herkenbaarheid hoofdvorm van de dijk;

  • Effect op continuïteit met aansluitende dijktracés Sterke Lekdijk – voornamelijk de aansluiting op dijkversterking Culemborgse veer – Beatrixsluis.

Bij mogelijke oplossing 1 ‘Constructie’ en 3 ‘Grondoplossing buitenwaarts’ zijn geen effecten op het dijklandschap te verwachten, omdat het dijklandschap bij beide oplossingen minimaal verandert. Bij mogelijke oplossing 1 worden constructies in het huidige dijkprofiel geplaatst en bij mogelijke oplossing 3 vindt buitendijkse grondverbetering plaats. De stabiliteitsopgave wordt nog wel opgelost door taludverflauwing (echter is deze opgave vervallen in de waterveiligheidsopgave die hoort bij de Nota Kansrijke oplossingen). Mogelijke oplossing 2 ‘Grondoplossing binnenwaarts’ levert een discontinu dijklandschap op doordat binnendijkse pipingbermen afgewisseld worden door maatwerkconstructies nabij bebouwing. Dit maakt dat mogelijke oplossing 2 als negatief wordt beoordeeld.