6.5 Conclusie

Per locatie is duidelijk welke oplossingen kansrijk zijn en welke niet. De uitkomsten zijn in Figuur 6‑10 en Figuur 6‑11 gepresenteerd. Uitkomst is dat veel oplossingen toe te passen zijn maar dat met name de binnendijkse pipingbermen minder kansrijk zijn. Dit komt door ruimtelijke conflicten met het huidige binnendijkse landgebruik. Dit is onderbouwd in de Nota Mogelijke Oplossingen. Een constructie is overal kansrijk en buitendijkse grondverbetering (klei-inkassing) ook, met uitzondering van locatie 1 waar de Lek te dicht op de dijk ligt en er dus onvoldoende ruimte is voor buitendijkse grondverbetering (klei-inkassing). In het Voorkeursalternatief wordt per locatie de afweging gemaakt welke kansrijke oplossing het meest geschikt is, onder andere door middel van effectbeoordelingen (MER-studie). Gezamenlijk vormen deze meest geschikte oplossingen met de basiselementen en meekoppelkansen (inclusief beheeropgave) het Voorkeursalternatief, wat de basis zal vormen voor de planuitwerking.

Kaart waarop de kansrijke oplossing is weergeven langs het traject van de dijkversterking Irenesluis – Culemborgse Veer. Het ruimtebeslag van de binnendijkse pipingberm, het zoekgebied voor de constructie oplossing voor piping, het ruimtebeslag van de buitendijkse grondverbetering (klei-inkassing) en het zoekgebied voor de oplossing binnendijkse stabiliteitsopgave zijn weergeven. Daarnaast zijn ook de zes locaties voor de pipingopgave aangegeven op de kaart.
Figuur 6‑10 Kansrijke oplossingen kaart voor de zes locaties
Dit figuur laat een overzicht zien van de onderzochte kansrijke oplossingen van de 6 deelgebieden
Figuur 6‑11 Overzicht kansrijke oplossingen locaties