Locatie 4

Voor deze locatie zijn er drie kansrijke oplossingen: grondoplossing binnenwaarts (pipingberm), grondoplossing buitenwaarts (klei-inkassing) en constructie (verticale pipingmaatregel) (zie Hoofdstuk 5.3). De volledige beoordeling van deze oplossing staat in de MER hoofdstuk 7.2. Hieronder zijn de de effecten die als niet-neutraal beoordeeld zijn samengevat per kansrijke oplossing.

Technische aspecten

Kansrijke oplossing 1 Constructie

Constructies bieden beperkte mogelijkheden tot uitbreiding wanneer dat in de toekomst nodig zou zijn (bij versterking met grond is dat eenvoudiger). Op de overige technische aspecten scoort de constructie neutraal.


Kansrijke oplossing 2 Pipingberm
Een pipingberm scoort neutraal op de technische aspecten.

Kansrijke oplossing 3 Voorlandverbetering

Het beheer en onderhoud van het dijkprofiel zelf blijft bij deze oplossing gelijk, maar het voorland betekent wel een uitbreiding van het te beheren areaal en de daaraan verbonden zorgplicht. Aangezien het voorland een onderdeel wordt van de waterkering, krijgt het waterschap ook de verantwoordelijkheid om te bewaken dat het voorland intact blijft en niet door derden wordt vergraven voor andere doeleinden. Omdat het voorland naar verwachting eigendom blijft van derden, kan inspectie in de praktijk lastiger zijn dan op de dijk zelf. De uitvoering van de voorlandverbetering vergt meer inspanning dan de andere oplossingen, omdat er deels moet worden gewerkt onder het stuwpeil (3m+NAP). De aanleg zal daar in kleine stroken worden gerealiseerd, waarbij mogelijk bemaling nodig is. Een ander deel ligt achter een zomerkade en wordt nu reeds bemalen. Er is een risico op vertraging vanwege hoogwater tijdens de uitvoering.

Duurzaamheid

De milieukosten zijn per kansrijke oplossing weergegeven in Tabel 6-1. Deze zijn berekend met DuboCalc een uitgebreide toelichting staat in de Nota MKI dijkversterking Irenesluis – Culemborgse Veer 2023. In deze nota is ook toegelicht dat kosten afhankelijk van de gekozen innovatie een stuk lager kunnen uitvallen.

Tabel 6‑1: Milieukosten locatie 4 

Locatie / Kansrijke oplossing

Constructie

Pipingberm

Voorlandverbetering

4

€ 177.730 MKI

€ 21.174 MKI

€ 17.083 MKI

Bodemkwaliteit
De voorlandverbetering ligt in zone 2 en 3 van de bodemzoneringskaart, wat inhoudt dat hier mogelijk ernstig verontreinigde (water)bodem aanwezig is. Bij het aanbrengen van grond voor de voorlandverbetering zou de mogelijk aanwezige verontreinigde grond worden verwijderd; dat zou een verbetering van de bodemkwaliteit met zich meebrengen.

Natuur

De dijkversterkingsmaatregelen worden niet uitgevoerd in Natura 2000-gebied. Tijdens uitvoering zou de emissie van stikstof vanuit het materieel dat voor de dijkversterking wordt ingezet wel negatieve effecten kunnen hebben op Natura 2000-gebieden in de omgeving. In juni 2023 worden voor stikstof nog berekeningen uitgevoerd met de rekentool AERIUS. Het streven is om de dijkversterking emissieloos uit te voeren.

Van de drie oplossingen bevindt alleen de voorlandverbetering zich in NNN-gebied. Bij uitwerking van het ontwerp en de wijze van uitvoeren mogen de (potentiële) natuurwaarden in dit gebied geen negatieve effecten ondervinden van de dijkversterkingsmaatregelen; dat is een belangrijk aandachtspunt voor de uitwerking van het ontwerp. Algemeen aandachtspunt is verder het voorkomen van beïnvloeding van het leefgebied van algemeen voorkomende soorten: zoogdieren, amfibieën en algemene broedvogels.

Water

Bij de gekozen oplossingen vergt alleen de pipingberm demping van oppervlaktewater binnendijks (335 m2 tertiaire watergangen). Alleen de voorlandverbetering vergt maatregelen aan de rivierzijde van de dijk, deze bevinden zich echter onder het maaiveld.

Archeologische waarden
Voor de pipingberm geldt dat een deel van het ruimtebeslag van de dijkvoet voor een klein gedeelte op een gebied komt te liggen met een middelhoge verwachtingswaarde (bron: kaart 11_maatregelen_A0_LS_2010_ArcGIS93.mxd (wijkbijduurstede.nl). Om deze reden is een negatieve score gegeven. De andere twee oplossingen hebben een neutrale score.

Gebouwde rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten
Het Rijksmonument en oude waakhuis ‘De Doornboom’ is hier aanwezig. Dit is een dijkgerelateerd bouwwerk en deze staat zeer dicht op de kruin van de dijk. De constructie zal ingepast worden binnen het huidige dijkprofiel, qua aanzicht zal het geen invloed hebben. Wel kunnen er bij de uitvoering negatieve effecten zijn op het bouwwerk door trillingen, om deze reden is een negatieve score gegeven. De andere twee oplossingen hebben een neutrale score. Echter wanneer er wijzigingen in de directe omgeving van het Rijksmonument zouden moeten worden uitgevoerd, dient er wel rekening gehouden te worden met het monument.

Landschap
Voor landschap scoort alleen de pipingberm negatief, omdat:

  • de verbreding van de huidige dijkvoet de continuïteit licht aantast op dit gedeelte van de dijk. De dijk zal verder het landschap in 'steken’ dan de aangrenzende stukken dijk, zoals aan de noordzijde. Om deze reden wordt een licht negatieve score gegeven op schaal en continuïteit.

  • de hoofdvorm van de dijk (als ranke dijk) blijft behouden, maar de ‘dijkvoet’ breder zal worden. Omdat het totale profiel een stuk breder wordt, is een licht negatieve score gegeven op herkenbaarheid dijk.

  • het verbreden van de dijkvoet in een deel van het dijkvak de teensloot zal aantasten. Als deze gedempt wordt, geeft dit een licht negatief effect voor deze landschappelijke structuur.

Gebruiksfuncties

De pipingberm betekent 0,5 tot 1,5 meter verhoging van het maaiveld, met de grootste verhoging aan de oostzijde, op korte afstand van woning Lekdijk West 38. De eventuele aantasting van het woongenot wordt mede bepaald door de inpassing van de pipingberm aldaar. Bij keuze voor deze oplossing is de inpassing een aandachtspunt voor de uitwerking van het ontwerp.

Indien de constructie wordt gekozen, zijn de effecten van trillingen bij toepassing van damwanden een aandachtspunt voor het vervolg, vanwege de nabijheid van enkele woningen. Ook bij de pipingberm zijn trillingen door gebruik van zwaar materieel voor grondverzet dicht bij de woningen een aandachtspunt.

Eventuele effecten vanuit het grondwater worden bepaald door de mate waarin de oplossingen een belemmering kunnen vormen voor de stroming van grondwater. Dergelijke effecten kunnen het grootst zijn wanneer gekozen wordt voor een constructie met een traditionele damwand. In dat geval is een damwand nodig die door zijn diepte circa 30% van het watervoerend zandpakket onder de dijk doorsnijdt. De effecten van doorsnijding van dit watervoerend pakket zijn zeer gering, maar de damwand snijdt ook een ondiepe en dunne tussenzandlaag door, die hydrologisch niet in contact staat met het dikke watervoerende pakket. Bij keuze voor deze oplossing vergen de effecten hiervan nader onderzoek, vanwege mogelijke lokale verdroging op binnendijkse agrarische percelen of zettingen bij panden binnendijks.

De voorlandverbetering kan tijdens hoogwater zorgen voor minder toevoer van (grond)water naar binnendijks, dit levert voor de gebruiksfuncties aldaar geen negatieve effecten op (vernatting kan verminderen, verdroging is tijdens hoogwater geen issue). Aandachtspunt bij de voorlandverbetering is wel de waterhuishouding op de percelen daarboven. De voorlandverbetering zou kunnen leiden tot vermindering van de afvoer van regenwater naar de ondergrond, waardoor de percelen aldaar vernatten. Dit is een aandachtspunt voor de uitwerking van het ontwerp.