7.6 Levensduurkosten

Levensduurkosten, in het Engels ‘Life Cycle Costs (LCC)’ genoemd, is een werkwijze om te komen tot de meest doelmatige oplossing met de bijbehorende levensduur vanuit financieel perspectief. De levensduurkosten (LCC, Life Cycle Costs) maken we inzichtelijk volgens de Standaardsystematiek voor Kostenramingen (SSK). De beoordeling is kwantitatief en is uitgevoerd door een specialist kostenramingen. De Levensduurkosten zijn gerekend over 100 jaar. De dijkversterking zelf is gerekend met een ontwerplevensduur van 50 jaar (en 100 jaar voor constructies). In de raming is niet gerekend met het upgraden/verhogen van de kering na deze 50 jaar. Uitgangspunt is het handhaven van het huidige ontwerp, waarbij het gaat om het instandhouden van de oplossingen over een periode van 100 jaar. De volgende kosten zijn meegenomen bij de raming (zie Figuur 7‑10):

Verbeelding van ‘de nieuwe dijkzone’ Schematische weergave van de componenten die relevant zijn binnen een LCC-raming. De huidige onderhoudskosten (onderdeel A) zijn geen onderdeel van de kwantificering van de levensduurkosten, de onderdelen B t/m E wel
Figuur 7‑ 10 Verbeelding van ‘de nieuwe dijkzone’ Schematische weergave van de componenten die relevant zijn binnen een LCC-raming. De huidige onderhoudskosten (onderdeel A) zijn geen onderdeel van de kwantificering van de levensduurkosten, de onderdelen B t/m E wel
  • Aanlegkosten (Onderdeel B):

    De aanlegkosten of investeringskosten vormen een groot onderdeel van de totale LCC-raming. Hieronder worden bijvoorbeeld de meest “zichtbare” en directe kosten meegenomen voor de benodigde materialen, ingrepen om de dijkversterking mogelijk te maken (denk aan bouwverkeer), de arbeidskosten en aanpassing van bestaande wegen. Daarnaast wordt ook gekeken naar indirecte kosten zoals voor het aankopen van gronden die nodig zijn voor de dijkversterking en bijkomende kosten voor bijvoorbeeld het verleggen van kabels en leidingen.

  • Onderhoudskosten tijdens realisatie (Onderdeel C):

    Tijdens de realisatie van de dijkversterking is beheer en onderhoud nodig bij de ingrepen en delen van de dijk waar geen ingreep heeft plaatsgevonden. Denk bijvoorbeeld aan maaien en het uitvoeren van inspecties.

  • Onderhoud en beheer na realisatie (Onderdeel D):

    Gedurende de totale levensduur van het project wordt beheer en onderhoud uitgevoerd aan bijvoorbeeld de constructies en de dijkbekleding. De kosten voor de volledige levensduur van de dijkversterking worden meegenomen.

  • Kosten vervangingsinvesteringen (Onderdeel E):

    Tot slot worden ook kosten meegenomen voor vervanging van onderdelen van de dijkversterking.

De investeringskosten, die direct gerelateerd zijn aan de dijkversterking (waterveiligheidsopgave), zijn subsidiabel door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Kosten voor de beheeropgave en de meekoppelkansen zijn dit niet.

De Levensduurkosten en investeringskosten voor het Voorkeursalternatief zijn opgenomen in de Nota Kostenraming Voorkeursalternatief (2023). De looptijd van de investeringskosten bedraagt vier jaar, de looptijd van de instandhoudingskosten bedraagt 100 jaar. De investeringskosten zijn verdeeld over twee jaar Planuitwerkingsfase en drie jaar Realisatiefase.